Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Het geschiedde nu ter tijd, als [25]hij de kist, naar des konings bevel, door de hand der Levieten, [26]inbracht, en als zij zagen, dat er veel gelds was, dat de schrijver des konings kwam, en [27]de bestelde van de hoofdpriester, en de kist ledig maakten, en die opnamen, en die wederbrachten aan [28]haar plaats; alzo deden zij [29]van dag tot dag, en verzamelden geld in menigte; 25. Namelijk, de overpriester Jojada. 26. Te weten, uit de plaats waar zij gestaan had in een der kamers, die aan den tempel stonden, om aldaar het geld uit te nemen, in buidels te binden en te tellen. Vergelijk 2 Kon.12:10, en de aantekening. 27. Dat is, die van den overpriester tot dit werk gelast waren. In deze plaats wordt de overpriester zelf gemeld, 2 Kon.12:10, want men wordt gezegd te doen wat men door een ander doet. Zie Gen.40:22. 28. Zie van deze boven, vs.8. 29. Of, dag op dag; dat is, zo wanneer de kist vol was.